Van boterham tot drol
Een ontbijtje als we opstaan. Rond een uur of tien een stuk fruit. Tussen de middag een lekker boterham met kaas. Na school een koekje bij de thee. ’s Avonds een warme maaltijd. En tot slot nog een glas water of een beter warme melk voor we gaan slapen. Om genoeg energie binnen te krijgen, eten en drinken we de hele dag door. En de volgende dag begint het hele riedeltje weer opnieuw. Maar wat er gebeurt er eigenlijk met al dat eten in je lichaam? Ziet die heerlijke boterham er in je lichaam net zo uit als toen deze op je bord lag?
Om daarachter te komen, nemen we een kijkje in de lunchboxen. Wat heeft iedereen bij zich? Laat de kinderen hun lunch goed bekijken voordat ze het opeten. Wat voor vorm heeft het? Is het hard of zacht? En welke kleur heeft het? Doe dit ook voor het drinken. Als de kinderen klaar zijn met eten, vraag je ze wat er is gebeurd met het voedsel. Laat de kinderen het proces in detail beschrijven. Van het nemen van een hap tot het kauwen en het mengen met speeksel.
Pak nu de voorbeeldlunch erbij. Dit kan bijvoorbeeld een boterham met kaas en een glas melk zijn. Om voedselverspilling tegen te gaan, zou het goed zijn om producten te gebruiken die (bijna) over de houdbaarheidsdatum zijn. Met deze voorbeeldlunch kun je demonsteren wat er met het voedsel in je lichaam gebeurt.
Als eerste neem je een hap van de boterham met kaas. Dit kun je demonsteren door de boterham in grove stukken te snijden/scheuren. Vervolgens kauw je de boterham. Tijdens het kauwen, mengt het voedsel zich met jouw speeksel. Laat de kinderen één voor één in de kom met de stukken boterham en kaas spugen. Als alternatief kun je natuurlijk ook een beetje water toevoegen. Roer dit goed door elkaar heen. Daarnaast heeft het kauwen nog een andere belangrijke functie: het vermalen van het voedsel. Snijd de boterham in nog kleinere stukken. Merk op dat dit nu een stuk makkelijker is doordat het speeksel de boterham week heeft gemaakt. Nu zijn de stukjes boterham klein genoeg om ze door te slikken. Waar komt het dan terecht?
Pak nu de blender erbij en vraag de kinderen wat ze denken dat de blender voorstelt. Deze symboliseert de maag. Giethet mengsel in de blender. Nu de boterham op is, lust je wel wat te drinken. Moet je de melk ook kauwen? De melk glijdt vanuit je mond via je slokdarm zo je maag in. Giet nu het glas melk in de blender en vraag de kinderen wat ze denken dat er met het voedsel in de maag gebeurt. Het wordt verder vermaalt. Zet de blender aan tot er een papje ontstaat. Vraag de kinderen of we nu klaar zijn. Ziet jouw poep er ook zo uit?
Na de maag staat de voedselbrij nog een hele reis te wachten. Het moet namelijk nog door de darmen heen. Vraag de kinderen wat ze denken dat er in de darmen gebeurt. Pak de (oude) maillot of panty erbij en giet het mengsel uit de blender erin. Wring dit goed uit, zodat er een dikke brij overblijft. Haal de brij uit de maillot/panty en doe het in een kom. Laat de kinderen kijken en ruiken aan de brij. Ziet het er al uit als poep? Ruikt het ook als poep? Hoe kan dat?
Leerdoel: kennismaken met de functies van de spijsvertering
Lesduur: 30 minuten
Werkwijze: klassikaal
Benodigdheden: voorbeeldlunch (bijv. boterham met kaas en een glas melk), een kom, een mes, een blender, water en een (oude) maillot/panty