Als je verenkleed maar goed zit
Mensen trekken in de winter een extra dikke trui aan. Vogels zijn als het koud wordt op hun verenkleed aangewezen. Die houdt hen warm en vormt een waterafstotend jasje dat ervoor zorgt dat de huid van vogels niet kletsnat wordt. Vooral in de winter is het belangrijk om onderkoeling tegen te gaan. Om veren waterafstotend te maken leggen vogels een extra vettig beschermlaagje aan op hun veren. Dit doen ze door met hun snavel langs een speciale klier op hun rug te vegen en vervolgens hun veren hiermee in te smeren. Onderzoek vogelveren eens in de klas en zoek naar verschillen tussen veren van meerdere soorten vogels.
Bekijk verschillende veren eerst met een loep. Laat de jongste leerlingen een tekening van de uitvergrote veer maken. Zien ze dat de veren uit allemaal kleine vertakte haartjes bestaan? Vervolgens halen de leerlingen een veer door een bakje water om te zien of hij nat wordt. Wat zien ze gebeuren? Daarna halen ze de veer door slaolie en weer door water. Wat gebeurt er nu? Door de slaolie zijn de haartjes aan elkaar geplakt en staan ze minder uit elkaar, er zijn gaten ontstaan. Bij donsveren is dit het beste zichtbaar. Bekijk de veer eventueel onder een loep om dit goed te zien. Door de slaolie kan er water door het verenkleed dringen. Leg met deze proef ook het verband met het gevaar van een olieramp voor vogels.
Groep 3 - 4 | Duur: 1 uur
Doel: inzicht in de functie van veren van (water)vogels. | Materiaal: vogelveren (bijvoorbeeld ganzenveren, duivenveren, donsveren, slagpennen), loep, water, slaolie, eventueel tekenspullen | Meer informatie: www.vogelbescherming.nl (zoekterm watervogels)