Tjilpen in de klas
Wakker worden met een ochtendkoor van vogelgezang... dan weet je dat het lente is. Maar wie hoor je allemaal? En waarom eigenlijk? Duik met de klas in de wereld van de vogels én stel je eigen zangrepertoire samen.
Van alarmroep tot lokzang
Zo veel vogels, zo veel vogelgeluiden. Iedere vogelsoort maakt namelijk zijn eigen, soortspecifieke geluid. En dan maken ze ook nog verschillende geluiden voor verschillende doeleinden. Vogels roepen namelijk het hele jaar door. Dat kunnen ze doen om bijvoorbeeld soortgenoten naar een bepaalde plek te lokken. Kleine vogeltjes roepen om eten te krijgen van hun ouders. En als er gevaar dreigt laten vogels een alarmroep horen. En die melodieuze geluiden die je in het voorjaar hoort? Dát is de vogelzang. Vogelzang wordt gebruikt om het territorium af te bakenen maar ook om vrouwtjes te lokken. Sommige vogels gaan in de herfst en winter door met zingen; dat doen ze dan niet meer om vrouwtjes te lokken (het broedseizoen is immers voorbij), maar wel om hun winterterritorium te verdedigen. Ook al kunnen wij de vogels niet precies verstaan, ze communiceren dus een hoop met elkaar – en wij kunnen ze niet helemaal, maar wel een beetje begrijpen.
Wie zingt er in mijn tuin?
Laat de leerlingen kennismaken met een aantal bekende Nederlandse vogels zoals de koolmees, de huismus en de merel. Deze vogels hebben ze vast al een keer gezien en gehoord. Op https://www.natuurpunt.be/pagina/leer-vogelzang-herkennen staan wat filmpjes van zingende vogels zoals het roodborstje en de merel. Op https://www.vogelbescherming.nl/nl/vogels_kijken/vogelgids kun je zelf de vogels die jij wil laten horen opzoeken. Hier staan naast zang ook verschillende roepen op. Herkennen ze de geluiden? Horen ze dat één vogel verschillende geluiden kan maken? Misschien kunnen ze na een tijdje al met hun ogen dicht raden om welke vogel het gaat. Laat hierna eventueel nog een bijzondere vogelzang horen van een vogel die ze waarschijnlijk niet kennen, gewoon om wat inspiratie op te doen voor als ze zelf aan de slag gaan.
Aan de slag
De leerlingen gaan namelijk ook hun eigen ‘zang’ verzinnen! Dat mag met instrumenten, maar ook gewoon met hun eigen stem. Maken ze korte geluidjes, of lange melodieën? Is er veel toonhoogteverschil? En hoe goed kunnen ze hun eigen zang eigenlijk herhalen? Vogels hebben van nature wel een aanleg voor hun zang, maar de échte complexe melodieën leren ze van hun soortgenoten. Lukt het de leerlingen om hun zang door te geven aan hun ‘soortgenoten’ in de klas? Eventueel kunnen ze nog een tekening maken van hun eigen zingende vogel als creatieve afsluiter. Vogels waren nog nooit zo leuk!