Wetenschap: Mestkever rolt recht dankzij Melkweg

Niet alleen zeevaarders gebruiken de sterren om ’s nachts de weg te kunnen vinden; ook mestkevers blijken zich te oriënteren op het firmament. Ze doen dat om hun kostbaarste bezit – een versgedraaide mestbal – zo snel mogelijk weg te rollen van roofzuchtige soortgenoten.
Mestkevers leven van mest van grotere dieren. Als ze een vers gelegde hoop tegenkomen, rollen ze er soms een grote bal van, wel twee keer zo hoog als zijzelf. Die bal begraven ze vervolgens op een stil plekje, waarna ze er een eitje in leggen. Als het eitje dan uitkomt, heeft het mestkeverlarfje alvast een flinke voedselvoorraad bij de hand.
De kevers moeten hun bal een eind wegrollen van de mesthoop, omdat er altijd andere mestkevers op de loer liggen. Die pakken liever een kant-en-klaar gerolde bal van een ander af, dan dat ze er met veel moeite zelf een draaien. Om zo snel mogelijk bij de hoop vandaan te komen, moeten de kevers een rechte weg afleggen en geen rondjes draaien.
Zweedse en Zuid-Afrikaanse biologen vroegen zich af hoe de kevertjes zelfs in de donkerste, maanloze nachten een rechte lijn kunnen aanhouden. Ze knutselden kleine mestkeverhoedjes, die de insecten het zicht op de hemel ontnamen. Uitgerust met een hoedje wist geen enkele kever een rechte lijn te rollen.
Vervolgens mochten de kevers weer zonder hoedje op pad, maar nu blokkeerden de onderzoekers met schermen het zicht op de maan. Dat bleek geen probleem: de kevers konden nog recht rollen. Dat deed de onderzoekers vermoeden dat de kevers naar de sterren keken. Om dat te testen, verplaatsten ze hun proeven naar het planetarium van de Zuid-Afrikaanse hoofdstad Johannesburg. Daarin konden ze kiezen welke delen van de sterrenhemel ze wel, en welke ze niet lieten zien. Uiteindelijk bleek dat de mestkevers de weg kwijtraken als ze de Melkweg niet kunnen zien. Die is zichtbaar als een lichtgevende band in de nachtelijke hemel, en daarom volgens de onderzoekers beter te onderscheiden dan losse sterretjes. De Melkweg is volgens hen ook een beter oriëntatiepunt dan de maan, omdat het maar in de helft van de nachten zo helder is dat deze zichtbaar is.