Wetenschap: Tsunami slingert diersoorten over oceaan

Natuurnieuws
Wetenschap: Tsunami slingert diersoorten over oceaan

Een aangespoeld Japans wrak met begroeiing op Long Beach bij Portland aan de Amerikaanse Westkust. Foto: Russ Lewis.

In 2011 zorgden een onderzeese aardbeving, en een daaruitvolgende tsunami ervoor dat miljoenen bootjes, boeien, pallets en andere wrakstukken vanuit de Japanse kust de zee in werden geslagen. Veel Japanse kustdieren hebben zich aan deze wrakstukken gehecht, of zijn er per ongeluk op terechtgekomen. Na meerdere jaren en een reis van minstens 7.000 kilometer, bereikte een deel van deze reizigers de Noord-Amerikaanse kust, aan de andere kant van de Grote Oceaan (Science, 29 september).

Wrakstukken
James Carlton, eerste auteur van de publicatie, analyseerde samen met zijn collega’s in zes jaar tijd meer dan zeshonderd van de aangespoelde wrakstukken. Hierop vonden zij 289 Japanse diersoorten. Carlton: ‘We hebben zelfs enkele vissoorten gevonden, die in volgelopen bootjes aanmeerden en waarschijnlijk overleefden op andere dieren en algen die in de boot leefden.’

Ongedeerd
De meeste dieren die Carlton en zijn collega’s vonden waren ongedeerd en gezond. ‘Bijna 20 procent van de dieren was in staat zich voort te planten, sommigen waren bij aankomst zelfs jongen aan het broeden. Dit maakt het waarschijnlijk dat de dieren tijdens hun reis toegang hadden tot voldoende eten.’

Exoten
Gezonde, aangespoelde dieren hebben de potentie om een exoot te worden. Maar volgens Carlton is het heel moeilijk te zeggen of de soorten zich er permanent zullen vestigen. ‘Wat we wel kunnen zeggen, is dat Noord-Amerika een geschikt klimaat biedt voor bijna alle soorten die we hebben gevonden.’ Daarnaast kunnen aantallen een verschil maken; wanneer er meer dieren zijn die de overkant bereiken, is de kans ook groter dat er dieren zijn die zich er permanent vestigen.

Plastic
Tegenwoordig zorgt menselijk afval ervoor dat meer dieren de overkant halen. De meeste diersoorten die Carlton en zijn collega’s vonden, zaten op bestendige materialen die door mensen zijn gemaakt. Houten objecten vergaan relatief snel en spoelden dan ook alleen in de eerste jaren af en toe aan. De meeste gevonden objecten waren van plastic. Plastic vergaat immers bijna niet en blijft lang drijven. Vooral de enorme productie van plastic, waarvan zeer veel in zee verdwijnt, heeft het de dieren dus veel gemakkelijker gemaakt.

foto Collin Molenaar door
Collin Molenaar