Reusachtige potvisstranding Noordzee

Natuurnieuws
Reusachtige potvisstranding Noordzee

Foto: Ecomare/ Salko de Wolf

Maar liefst zes potvissen spoelden begin januari aan op Texel, en ook nog eens zes op Duitse Waddeneilanden. Een unicum is dat niet, maar bijzonder is het wel. In 1577 spoelden er zes tot negen potvissen aan, en in 1762 verschenen er zeven tot acht dieren tegelijkertijd op Nederlandse stranden. Ook in de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er nog enkele meldingen. Maar vaker gaat het bij strandingen om een veel kleiner aantal of een enkele potvis.

De potvissen hebben vermoedelijk de verkeerde afslag genomen in de oceaan. Trekkende potvissen die op weg zijn naar het zuiden hebben boven Groot-Brittannië de keuze uit twee routes: ze kunnen buitenom zwemmen via de Atlantische Oceaan, of ze kunnen binnendoor en zwemmen dan langs Scandinavië de Noordzee in. 

Maar de Noordzee is geen geschikte habitat voor potvissen. Ze oriënteren zich namelijk met behulp van klikgeluiden, en deze echolocatie werkt niet optimaal in de ondiepe Noordzee met zijn glooiende kustlijn en zandbanken. Daardoor kunnen de dieren de weg kwijtraken. Ook is hun gebruikelijke voedsel er niet aanwezig; de Noordzee is te ondiep voor de inktvissen waar ze normaal op een diepte van 1000 meter op jagen. 

Potvissen kunnen zo diep duiken dankzij hun speciale kop, vertelt Ecomare-onderzoeker Pierre Bonnet in dit filmpje. ‘De kop is gevuld met walschot, olie is dat. Ze trekken koud water door hun neusgat naar binnen, waardoor het walschot stolt en krimpt. Als een baksteen zakken ze dan naar een kilometer diepte, waar ze op inktvissen gaan jagen’, zegt Bonnet. ‘Vervolgens zetten ze hun bloedvaten weer open in dat olie-orgaan en dan warmt dat weer op en zet weer uit. Als een dobber stijgen ze dan passief weer omhoog. Ze hoeven daar niet actief voor te zwemmen. Dat is maar goed ook: als ze actief naar een kilometer diepte moesten zwemmen dan is het zuurstof al verbruikt voordat ze daar zijn.’

Momenteel onderzoeken wetenschappers van Naturalis en de Universiteit Utrecht de potvissen nog, in de hoop de doodsoorzaak te achterhalen. Een van de ‘Duitse’ potvissen bleek een visnet in zijn maag te hebben; op Texel had een potvis een kluwen touw in zijn maag, een andere een vishaak. Die zijn waarschijnlijk allemaal niet de doodsoorzaak. Ook willen onderzoekers kijken of er mogelijk sprake is van gehoorschade door onderwatergeluid, waardoor de potvissen zich niet goed konden oriënteren.


In 2012 strandde voor het laatst een potvis in Nederland. Waddencentrum Ecomare ontleedde het dier en ontdekte in de maag 83 kilo ambergris, ook wel drijvend goud genoemd. Van de opbrengst van dit door de parfumindustrie zeer gewilde goedje maakte Ecomare een speciale walviszaal, mét het skelet van de gestrande potvis.

foto Maartje Kouwen door
Maartje Kouwen